9. Migratie en integratie

De bevolking in de wereld neemt toe, maar in Europa krimpt die. In Nederland daalde de bevolking voor het eerst in 2005 door emigratie en geboortedaling. In tegenstelling daarmee groeit in Europa de migranten-bevolking.


De transformatietaak van Europa

Door de migratie vervagen de hele specifieke Europese kenmerken. Europa vertegenwoordigt bijna alle etniciteiten en religies van de wereld. Tussen de bevolkingsgroepen zijn er grote culturele verschillen in mentaliteit, ambitie, taal en waarden. Groeien in de wereld de Europese waarden, in Europa groeien waarden uit de hele wereld. West Europa representeert in zijn bevolkingsgroepen en culturen de verschillen van de wereld. Dat is de rijkdom van het Europa van vandaag. Immers de werkende teams op de arbeidsmarkt worden, als het goed is, steeds meer multicultureel. Dat vergroot de kennis van de grote diversiteit aan culturen van de wereld. Als we in deze multiculturele teams probleemloos de omslag naar duurzaam werken kunnen maken, dan heeft Europa de kennis, de ervaring en de vaardigheden in huis om zijn transformatietaak voor de wereld te realiseren.


Migratiestromen

Europa en Noord Amerika hebben een grote aantrekkingskracht en zijn populair in de migratiestromen. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw kennen we in Nederland immigratie voor de arbeidsmarkt. De migranten kwamen als tijdelijke gastarbeiders uit de Zuid Europese landen, maar ze zijn niet teruggekeerd. In de zeventiger jaren en daarna kwamen daar de migranten uit de moslimlanden Turkije en Marokko bij. En in de negentiger jaren kwam er een groeiende stroom asielzoekers uit voornamelijk Afrika en de Arabische wereld op gang. De laatste migratiestroom had te maken met de open deuren in Nederland en Europa vanwege de politieke compassie met de vluchtelingen.

Door die sterke migratie van de laatste decennia rukken de djellaba’s, de hoofddoeken en de minaretten in onze Europese samenleving op. Na de teruggang van de zuilencultuur in Nederland hebben we er nu een moslimzuil bij. Ze hebben moskeeën, eigen scholen, eigen organisaties en een eigen levensstijl met een aversie tegen het materialisme en hedonisme van de West Europese cultuur.


Integratie succes en conflict

De meeste migranten zijn een voorbeeld van een goed gelukte integratie. Allochtonen, die via studie en eigen initiatief een respectabele plek op de arbeidsmarkt hebben veroverd. Ze vertonen het gedrag dat we ook bij succesvolle autochtone medeburgers zien. Ze zijn zelfbewust, hebben aspiraties en beschikken over sleutelvaardigheden. Ze zijn op grond van hun scholing en informatie stuurman van de eigen ontwikkeling geworden en ze willen vooruit om een zelf gekozen toekomstperspectief te bereiken. Bij hen is de integratie geslaagd.

Deze goed geïntegreerde migranten in de moslimtraditie zijn vaak voorstander van een samengaan van Islam met de Westerse cultuur. Zij vertegenwoordigen de liberale stroming. Tussen de liberale en radicale stromingen bevindt zich nog een grote groep moslims die deels zich goed integreert, deels zich matig en deels zich slecht integreert.

Er blijft een kleine minderheid migranten die vijandig staat tegenover de Westerse maatschappij. Ze bevorderen de tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen. In de ogen van de meer repressief geaarde autochtonen ondermijnt die Islam-cultuur de vrijheid van onze samenleving. Voor de radicale moslims ontneemt juist de onverdraagzaamheid en discriminatie de migranten de mogelijkheid goed te integreren.

Met de moord op Theo van Gogh hebben mensen een argument voor de eerste mening. Maar migranten ondervinden ook problemen bij het vinden van werk. Dat is een argument voor het tweede oordeel. Beide verschijnselen komen in onze samenleving voor. Zo lang dat blijft bestaan voedt het de tegenstelling met vooroordelen.


De onderklasse

De tegenstelling spitst zich toe in de achterstandswijken in de grote steden. Daar hebben zich de laatste decennia veel nieuwe migranten gevestigd. Nog te veel van hen leven nog met achterstandskenmerken, zoals te weinig taalvaardigheid en daardoor andere tekorten in de sociale vaardigheden. Veel geslaagde mensen zijn daardoor uitgeweken naar de betere wijken. De onevenwichtigheid in de samenstelling van de probleemwijken is daardoor gegroeid. Veel migranten is geen probleem. Wel dat veel migranten, of gebrekkig participeren in de samenleving of dat met te weinig sleutelvaardigheden doen.

Er zijn nog meisjes en vrouwen in het traditionele migranten-gezin die een rol hebben, waarin ze zich schikken in de sturing door de man. Dat belemmert de ontwikkeling naar moderne omgangsvaardigheden. Vrouwen nemen dan bijvoorbeeld te weinig deel aan het maatschappelijk verkeer en missen daardoor het sociale contact met de samenleving. Maar de van huis meegekregen taal en omgang kan bij meerdere jongeren de oorzaak zijn dat de goede aansluiting in het onderwijs wordt gemist en dat ze voortijdig het onderwijs verlaten. De kans bestaat dat ze vervolgens afzakken naar werkloosheid en criminaliteit en daarna problemen met geweld veroorzaken. De vele drop-outs zijn weer de ouders van morgen en zo kan generaties lang zich de achterstand reproduceren. Zo ontstaan de achterstandswijken met kansloze migranten die geen werk hebben, leven van een uitkering en moeilijk in staat zijn om te voldoen aan de druk van de maatschappij om te participeren op de arbeidsmarkt. Dat schept een kloof tussen onderklasse en middenklasse. Participatie in de samenleving via werk zal op den duur de sociale samenhang moeten herstellen. De bedoeling is dat de aanpak in de Vogelaarswijken dat moet gaan bevorderen.


Het politiek correcte denken en het onbehagen

In de jaren tachtig van de vorige eeuw hanteerden politici en burgers in het heersende politieke denken van links naar het midden een beeld van een wenselijke multiculturele samenleving. Het was politiek correct om de kritische werkelijke feiten niet een rol te laten spelen in de oordeelsvorming en besluitvorming over de multiculturele samenleving. Het was politiek ‘not done’ misstanden rondom integratie, asielzoekers en de multiculturele samenleving aan de orde te stellen om daarmee het beleid te veranderen. De politici van de dominante politieke cultuur brachten alle kritiek op integratie onder de doem van onderbuik-gevoelens en xenofobie. De opvattingen van het politiek correct denken hadden de kracht van geloofswaarheden, waar niet aan viel te tornen. Dit politiek dogmatisch denken noemde Fortuyn spottend het denken van de linkse kerk. Er mochten alleen rooskleurige opvattingen over de ideale multiculturele samenleving worden gecommuniceerd. De Fortuynrévolte heeft deze leugen ontmaskerd en de werkelijkheid van de niet gelukte integratie van een allochtone onderklasse aan het licht gebracht. Publicisten hebben daarna veel multiculturele luchtkastelen tot waarheidsgetrouwe feiten en proporties teruggebracht. Zo is nu de multiculturele samenleving nog steeds een na te streven ideaal. Al hebben de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh en de processen tegen de terreur-verdachten, de multiculturele verhoudingen in Nederland verscherpt. De integratieproblematiek van een kleine groep moet nog steeds worden verbeterd om het multiculturele drama te voorkomen.


Moderne rechtstaat en sjaria

Europeanen kunnen zich ongemakkelijk gaan voelen door de oprukkende Islam in Europa. Maar toch groeit het moderne levensgevoel in de wereld. Dat gebeurt in de opkomende jonge economieën, maar ook in het fundamentalistisch gecontroleerde Iran. Modieus en modern geklede vrouwen gaan in steden van Iran de straat op, ook al overtreden ze daarmee de islamitische kledingregels. Vrouwen blijven proberen voetbalwedstrijden bij te wonen, ook al is dat verboden. Prostitutie, een vrijere seksuele moraal, satellietzenders, het is verboden, maar het gebeurt wel. Het is een stil verzet om de grenzen in de strenge regels te verleggen. In het regiem van de sjaria passen rechters, naar willekeur, daar niet altijd de harde en strenge straffen toe. Ze maken gebruik van de barmhartigheid in de sjaria om de wrede straffen niet uit te voeren.

Zo wordt in het politieke beleid de opkomst van de moderniteit in Iran onderdrukt. Maar in werkelijkheid lijkt de onmacht van de politieke en geestelijke leiders om de moderniteit te keren alleen maar groter te worden.

Zo gauw aanhangers van de radicale Islam in Europa zich bewust zijn van de onvrijheid, ongelijkheid en willekeur van de straffen van de sjaria en het belang van barmhartigheid en gelijkheid in de rechtspraak, dan ligt aanvaarding van de Westerse rechtsstaat binnen handbereik. Dan kan voor die fundamentalistische moslims de rechtsstaat de legitimatie en de erkenning krijgen van barmhartigheid, voor hem passend in de sjaria. Onze rechtsstaat is namelijk gebaseerd op rechtvaardigheid, gelijkheid, compassie en barmhartigheid. Het zijn de argumenten voor het recht in onze rechtsstaat. De radicale moslim moet tot het inzicht komen dat de humane waarden van de rechtstaat (in Nederland grondwet en wetboeken) de suprematie hebben boven de inhumane straffen van de sjaria. Ook de wrede straffen uit de Thora (de eerste vijf bijbelboeken) passen voor Joden en Christenen niet meer in onze beschaafde wereld. Zij erkennen de beschaving van de Europese wetten. De radicale moslim kan ook de humane waarden van onze rechtsstaat  laten prevaleren boven de sjaria. Dan kan die Islam met Christendom en Jodendom werken aan de transformatie van de wereld volgens de Europese humane waarden.


Migratie en cultuurschok

Het opvoedingspatroon van het moderne gezin weerspiegelt de verworvenheden van de afgelopen eeuwen: naast een veilig jeugdland, spelen nu ook de verworvenheden uit de jaren zestig een rol. Toen kwam er naast het ouderlijk gezag van gehoorzaamheid  meer ruimte voor mondigheid, eigen verantwoordelijkheid en initiatiefkracht. Ze bepalen nu mede de sleutelcompetenties en omgangsvormen die van belang zijn voor de zelfrealisatie van de burger in onze moderne samenleving. De school en het gezin bieden de jongere nu met deze vaardigheden een socialisatieweg naar participatie in de maatschappij en de arbeidsmarkt.

De migranten uit de traditionele gezinscultuur merken welke cultuuromslag ze voor het goed begeleiden van hun kinderen in deze socialisatieweg moeten maken. Dat kon een halve eeuw geleden autochtone Nederlanders die van het platteland naar de stad verhuisden ook overkomen. Ook die verandering kon een cultuurschok betekenen, omdat de gezinscultuur tussen stad en platteland veel verschilde. Kinderen op het eenvoudige platteland waren door de kortere socialisatieweg veel eerder volwassen voor participatie op het agrarische platteland dan in de complexere stad. Elke overstap van een eenvoudige naar een complexe samenleving vereist een grote omslag in de eigen gezinscultuur.

De migrant uit de traditionele samenleving moet om te integreren in een zeer korte tijd zich vaardigheden en inzichten eigen maken die de West Europese burger over een aantal generaties verworven heeft. Trouwens alle migranten in de wereld die zich verplaatsen van het traditionele platteland naar een serieuze arbeidsplaats in de moderne stad zullen deze cultuuromslag moeten maken. Dat is in Indore in India of Sjanghai in China niet anders dan in Rotterdam.

Het vergt een grote mentale inspanning, die alleen met ambitie tot zelfverwerkelijking valt op te brengen. Met participatie in de arbeids- en andere processen van onze samenleving kan migranten het mogelijk worden gemaakt zich mentaal te identificeren met onze cultuur en onze verworvenheden. Daar kunnen ze zich onze sleutelvaardigheden, mens-visie en kernwaarden eigen maken. Als migranten deze culturele kloof niet overbruggen dan brengt ze dat in een isolement en missen ze de aansluiting met de moderne samenleving. Voor de traditionele allochtone onderklasse is voor een geslaagde integratie zeker participatie in de moderne samenleving nodig. De maatschappij en de politiek kunnen de goede condities vervullen om een succesvolle integratie mogelijk te maken.

Echter de belangrijkste conditie komt van de burger zelf. Bij hem ontstaat op een goed moment de drijfveer zichzelf te verwerkelijken. Dat transformeert zijn levensvisie, mens-visie en wereldbeeld.


Onderwijs in zelf-verantwoordelijke zelfbepaling

De scholen in de wijken met migranten kunnen een belangrijke rol vervullen in het wegwerken van de achterstanden in de allochtone onderklasse. Activiteiten zoals het onderwijsachterstanden-beleid, het verwerven van de Nederlandse taal (NT2) en arbeidsprojecten moeten de diepe kloof bij integratie en inburgering overbruggen. Voor het hele onderwijs is het trouwens belangrijk, ook voor het moslimonderwijs, dat jongeren hun scholing krijgen met het doel om te komen tot zelf-verantwoordelijke zelfbepaling. Onderwerping aan sturing van anderen of opvoeding tot gehoorzaamheid is niet de levenshouding waarmee mensen in onze maatschappij verder komen. Ze worden geen stuurman van de eigen ontwikkeling en ze worden zich niet bewust van de verantwoordelijkheid die ze hebben voor de toekomst van Nederland, Europa en de wereld. 

De nieuwe levenshouding met kenmerken als mondigheid, bewust van eigen rechten en zelfsturing, moet niet verward worden met schreeuwerige brutaliteit. Het siert de mens om zich in de moderne levenshouding te onderwerpen aan bescheidenheid.

Verantwoordelijkheid voor eigen toekomst en voor de samenleving is dan belangrijker dan een bestaans-verengende oriëntatie op het hiernamaals. De plichten van de Islam hoeven daarmee niet in strijd te zijn. Het betekent wel, wat betreft levensvisie, een filosofische verlichting in het traditionele denken van gelovige moslims. Ook de (gelovige) Europese mens heeft de afgelopen twee eeuwen deze transformatie doorgemaakt. Als dat mensbeeld verandert, dan krijgen jongeren zelf de potentie via zelfrealisatie en sleutelvaardigheden hun onderwijsachterstanden in te halen.


Integratie

Die zelfsturende kracht verruimt kansen voor participatie op de arbeidsmarkt en in de maatschappij. Dan zijn jongeren voor werkgevers de ontbrekende waardevolle medewerkers om de missie van Europa: de transformatie van de wereld te kunnen realiseren. 

In convenanten tussen onderwijs en bedrijfsleven zouden stageplaatsen dit onbenut talent kunnen inzetten. Daar kunnen migranten vaardigheden verwerven waardoor ze beter inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt. Dat kan meer startkwalificaties en een hogere arbeidsparticipatie en arbeidsproductiviteit tot gevolg hebben. De migranten kunnen zo een waardevolle bijdrage leveren aan de transformatietaak van Europa. Dat is nodig want de autochtone Europese bevolking daalt en er zijn ook prognoses gemaakt dat de beroepsbevolking voor de arbeidsmarkt de komende tijd niet meer zal groeien. De Europese economie heeft voor een evenwichtige arbeidsmarkt zowel de bestaande als nieuwe migranten voor de arbeidsmarkt nodig.


Geraadpleegde literatuur


Hirsi Ali, Ayaan. Gun ons een Voltaire. Trouw 20 mei 2006


Neurink, Judit. Iran, een natie vol paranoia. Trouw 13 mei 2006