16 C

C. Interactieve vaardigheden

Met de vaardigheden uit deze categorie kun je met anderen communiceren, samenwerken,   

conflicten oplossen  en besluiten nemen. Vaardigheden uit de andere categorieën kunnen in deze vaardigheden een rol spelen.

Ik kan in de communicatie met anderen:

1. -passief luisteren  in een luisterhouding;
   

2. -actief luisteren in het doorvragen en samenvatten;
   

3. -om verheldering van informatie of een standpunt vragen;
   

4. -feedback geven op de ander door sterke en zwakke kanten van zijn gedrag naar voren te brengen;
   

5. -informatie geven door verheldering en argumentering; anderen waardering geven;
   

6. -anderen advies geven.
   

Ik kan in de samenwerking met anderen een groepsproces organiseren, zoals:

1. -dingen op gang brengen;
   

2. -een werkplan voorstellen;
   

3. -de groep aan haar doelstelling herinneren;
   

4. -tot een stemming oproepen;
   

5. -voorstellen doen om leiding te nemen of daartoe het initiatief te nemen;
   

6. -voorstellen doen om een andere manier van aanpak te proberen of daartoe het initiatief te nemen;
   

7. -daadwerkelijke oplossingen aan de hand doen om uit de problemen te komen.
   

Ik kan in de samenwerking met anderen bijdragen verlenen aan het groepsproces, zoals:

1. -de eigen mening of zienswijze naar voren brengen;
   

2. -informatie naar voren brengen;
   

3. -inzichten naar voren brengen;
   

4. -waarderingen en keuzes naar voren brengen;
   

5. -eigen vaardigheden als dienstbaar voor de groep gebruiken;
   

6. -oplossingen aan de hand doen om uit de problemen te komen;
   

7. -positief: bijdragen aan een ontspannen sfeer.
   

Ik kan in de samenwerking met anderen de groep aanmoedigen, zoals:

1. -de ander aandacht geven;
   

2. -de ander uitnodigen tot bijdragen;
   

3. -de ander in zijn bijdrage stimuleren.
   

Ik kan in de samenwerking met anderen verbanden leggen tussen de bijdragen van de groepsleden, zoals:

1. -de bijdragen van groepsleden samenvatten;
   

2. -de overeenkomsten en verschillen in de groep duidelijk maken;
   

3. -conclusies van de groep naar voren brengen.
   

Ik kan:

1. -het conflict zichtbaar maken door de wrok tussen de conflicterende partijen in kaart te brengen;
   

2. -het conflict hanteerbaar te maken door in een proces van geven en nemen afspraken te maken over een wenselijke situatie van de betrokkenen in het conflict;
   

3. -de relatie tussen de partijen te herstellen door de waardering over elkaar te inventariseren.
   

Ik kan om tot een besluit te komen met anderen:

1. -samen een beeld vormen van het onderwerp waarover een besluit genomen moet worden;
   

2. -samen een oordeel daarover vormen;
   

3. -samen tot een conclusies daarover komen;
   

4. -door geven en nemen samen tot een standpunt daarover komen.